Eerste hulp en reanimatie
Pagina herzien: dinsdag 15 september 2020

Beademen

Wat is het nut van beademen? Welke mogelijkheden heb je als je niet direct op de mond kan of wil beademen? Hoe ga je om met een halsstoma? Beademen blijft onderdeel van de reanimatie richtlijnen (2015) en met reden. Leer hier waarom je beter wel kan beademen, hoe je effectiever en makkelijker beademt, en maximaliseer zo de overlevingskansen die jij het slachtoffer kan geven.

Beademen: waarom?

Laten we beginnen met de vraag: hoe gaat zuurstoftransport in zijn werk? In de longen neemt het bloed zuurstof op. Daarna wordt dit door het hele lichaam getransporteerd door de pompfunctie van het hart. Het lichaam is opgebouwd uit miljarden cellen die allemaal zuurstof nodig hebben. Door de haarvaten (allerkleinste bloedvaten) wordt zuurstof afgegeven bij de cellen en kooldioxide, de afvalstof van verbranding door de cellen, opgenomen. Uiteindelijk komt het bloed terug bij de longen en wisselt daar de kooldioxide weer in voor zuurstof.

Waarom kunnen we toch beademen als we de lucht eerst zelf ingeademd hebben? Dit heeft te maken met het percentage zuurstof in de lucht (21 procent) en de hoeveelheid die we daar weer van uitademen (ongeveer 17 procent). De uitgeademde lucht bevat meer dan genoeg zuurstof om in de longen van het slachtoffer ook nog voldoende zuurstof uit op te nemen.

Stopt de bloedcirculatie of raakt het bloed zuurstofarm (bijvoorbeeld bij verslikking) dan wordt er geen zuurstof meer getransporteerd. Ook de vitale organen (hersenen, hart, longen) krijgen geen zuurstof meer en er beginnen cellen af te sterven. Als een bewusteloos slachtoffer niet meer ademt starten we een reanimatie. Het zuurstof in het bloed houden we op peil met beademingen.

Het nut van beademen is dus om nieuw zuurstof in het bloed op te nemen, zodat je dit door borstcompressies door het lichaam kan pompen en daarmee voorkomt dat cellen afsterven.

Mond-op-mond beademing

  1. Maak strak zittende kleding los.
  2. Leg een hand op het voorhoofd en voer de kinlift uit (hetzelfde als bij ademhaling controleren)
  3. Van de hand die op het voorhoofd ligt gebruik je duim en wijsvinger voor het dicht knijpen van de neus van het slachtoffer.
  4. Adem normaal in en sluit je mond goed om de mond van het slachtoffer. Denk aan het happen in een appel maar dan zonder tanden te gebruiken.
  5. Blaas gedurende 1 seconde gelijkmatig lucht in de longen van het slachtoffer. Kijk tijdens het inblazen of de borstkas iets omhoog komt.
  6. Haal je hoofd omhoog, hou de handen op de zelfde plek en kijk of de borstkas weer zakt. Als dit gebeurt is herhaal je nog een keer stap 4 en 5.
Beademen

Blaas niet te veel of te snel lucht in. Deze ingeblazen lucht kan in de maag terecht komen. De ingeblazen lucht moet er weer een keer uit en neemt dan de maaginhoud mee. Je slachtoffer gaat dan braken. Niet fijn voor jou als hulpverlener. Maar er kan braaksel in de longen van het slachtoffer terecht komen en zorgen voor infectie in de longen.

Mond-op-neus beademing

Bij mond-op-neus beademing beadem je niet door je mond over de mond van het slachtoffer te zetten, maar sluit je de mond van het slachtoffer af. Dit doe je met de duim van de hand die de kinlift uitvoert over de mond te leggen (hou ook de kinlift vast). Je mond plaats je over de neus die je nu natuurlijk niet dicht knijpt. Ook nu blaas je 1 seconde in. De rest van de handelingen zijn hetzelfde.

Mond-op-stoma beademing

Soms kun je een slachtoffer tegenkomen die een halsstoma in de nek heeft. Door een operatie aan de keel zijn het strottenhoofd en de stembanden verwijderd. Meestal gebeurt dit na een operatie aan een gezwel. De luchtpijp wordt verbonden met een kunstmatige opening. Meestal wordt dit om hygiënische rede afgedekt.

De gevolgen voor een slachtoffer die deze ingreep heeft gehad zijn dat er niet meer door de mond en neus gehoest of geademd wordt. Ook kunnen deze mensen niet normaal meer praten. Zij hebben een elektronische versterker of kunnen spreken door een speciale slokdarmspraak techniek.

Ook deze mensen kunnen tijdens een reanimatie beademd worden. Alleen is er geen verbinding tussen neus, mond en luchtpijp. Beadem daarom via de halsstoma.

  1. Kantel het hoofd achterover en voer de kinlift uit. Zo strek je de nek aan keelzijde en maak je ruimte om bij de stoma te kunnen.
  2. Plaats de mond over de stoma en blaas lucht in.
  3. Haal je hoofd omhoog, hou de handen op de zelfde plek en kijk of de borstkas weer zakt. Als dit gebeurt is herhaal je nog een keer stap 2.

Tips en tricks

Verwar gaspen nooit met een normale ademhaling. Bij gaspen is er geen ademhaling en wordt er dus geen nieuw zuurstof in het bloed opgenomen. Daarnaast is het een teken van een circulatiestilstand en moet er dus een reanimatie gestart worden.

Blijf na een beademing bij een slachtoffer die een gas ingeademd heeft niet boven de mond hangen anders kun je het gas wat uit de longen komt zelf inademen.

Laat een kunstgebit zitten. Deze geeft vorm en stevigheid aan de mond waardoor je makkelijker kan beademen.

Krijg je geen lucht ingeblazen probeer dit dan niet meer dan 2 keer. Voer daarna een mondcontrole uit.

Bij teveel lucht inblazen kan met de snelle kantelmethode voorkomen worden dat er braaksel in de longen komt.

Beademingsmasker

Beademingsmasker

Er zijn diverse hulpmiddelen die je kan gebruiken om beademen prettiger te maken. Dit zijn het beademingsdoekje (bijvoorbeeld Kiss-of-life) of het beademingsmasker (bijvoorbeeld Pocketmask van Leardal). Hierdoor is er geen direct contact tussen hulpverlener en slachtoffer.

Wil je echt niet beademen, door welke dan oorzaak ook, dan mag je de beademingen weglaten. Geef het slachtoffer dan achter elkaar door ononderbroken borstcompressies. Komt er een andere hulpverlener die wel wil beademen dan is aan te raden deze hulpverlener dit te laten doen.

Uitleg reanimatie richtlijn: NRR en BRC aan de hand van de ERC richtlijnen 2021.
Geen cookies

Je accepteert geen cookies waardoor wij o.a. geen advertenties kunnen laten zien. Advertenties vormen onze bron van inkomsten.

Cookie instellingen