Eerste hulp en reanimatie
Pagina herzien: zaterdag 17 maart 2018

Geschiedenis ambulance

In het begin was er nog geen ambulance waarmee mensen werden vervoerd. In die tijd waren er brancards en draagmanden. Later kwamen er brancards die in een verend mechanisme tussen 2 grote wielen hingen om patiƫnten te vervoeren. In 1907 werden de eerste twee ziekenautomobielen in gebruik genomen. Deze auto's waren natuurlijk niet zoals de ambulances van tegenwoordig. Ze waren uitsluitend bedoeld om mensen snel naar het ziekenhuis te krijgen. Na deze eerste 2 volgde er al snel meer.

Al deze auto's waren toen in handen van garages en taxibedrijven. Huisartsen, die niet alleen thuis en op de praktijk werkten maar ook hulp op straat verleende, konden ze bellen voor vervoer van een patiƫnt naar het ziekenhuis. In de 20-er jaren werden de eerste GGD's (Gemeentelijke Gezondheids Dienst) opgezet. Die zorgden er voor dat er soms verpleegkundigen meereden op de ziekenauto en stuurde gemeentelijke artsen mee om eerste hulp te verlenen.

Uitrusting

De uitrusting van de ziekenauto was erg beperkt. Een EHBO trommel, een brancard, spalken en soms een zuurstofapparaat was de uitrusting. Toen na de tweede wereldoorlog het aantal ongelukken toe begon te nemen door meer en snellere auto's werden er ambulancediensten opgezet. Deze werkten nog niet echt samen en ook contact met een meldkamer was erg lastig. Iedere gemeente had een eigen spoednummer. Halverwege de jaren zestig werd de communicatie beter door de komst van mobilofoons op de ziekenauto's.

Begin meldkamers

In 1962 vond bij Harmelen een treinramp plaats. Toen werd duidelijk dat de ambulancediensten verre van effectief waren. Communicatie was lastig en brancards paste niet in iedere ziekenauto. Hierdoor werd in 1971 de Wet ambulancevervoer aangenomen en werden er CPA's opgericht. Deze CPA's werden verbonden met de GGD of gekoppeld aan de meldkamer van de brandweer. Vanaf die tijd moesten ambulances ook binnen 15 minuten ter plaatse kunnen zijn. Hierdoor moesten provincies ook gaan bepalen hoeveel ambulances er in een gebied beschikbaar moesten zijn en waar de post moest zijn. Er kwamen eisen voor materiaal en personeel.

Ontwikkeling in techniek en kunnen

Standaard kwamen er verpleegkundige op de ambulance. Eind jaren 80 kwam er een speciale opleiding het ambulancepersoneel. In 1992 ging het ambulancepersoneel volgens protocollen werken. Hierdoor wordt overal op dezelfde manier gehandeld. Ook het materiaal dat het ambulanceteam op de ambulance had werd uitgebreid met hart- en beademingsapparatuur. Ook ontstond in deze tijd het uniform zodat al het ambulancepersoneel er hetzelfde uit zag. Regionale AmbulanceVoorzieningen (RAV-en) werden opgericht bestaande uit een ambulancedienst en een MKA (MeldKamer Ambulancezorg). Omdat ook steeds meer mensen telefoon kregen was er behoefte aan een landelijk gelijk telefoonnummer (06-11). Dit werd in 1986 opgestart. Door de Europese regelgeving is dit in 1997 veranderd in het huidige 112.