Symptomen shock herkennen
De symptomen van shock zijn heel herkenbaar. Daardoor kan in combinatie met wat er gebeurd is het vermoeden van shock snel uitgesproken worden.
Symptomen van shock
- Bleke, koude, klamme/zweterige huid.
- Bij sommige vormen van distributieve shock wordt de huid hoogrood in plaats van bleek.
- Ingevallen gezicht, spitse neus.
- Misselijk/ziek gevoel, zieke indruk.
- Dorst.
- Krachteloos.
- Snelle hartslag en oppervlakkige ademhaling en geeuwen.
- Onrustig, angstig.
- Suf/verminderd bewustzijn.
- Bewusteloosheid.
- Pijn op de borst (hart krijgt niet genoeg zuurstof).
Mocht je twijfelen bel dan de hulpdiensten. Overleg met de meldkamer en laat een ambulance komen. Het te laat reageren op shock kan onomkeerbare schade of de dood van het slachtoffer betekenen.
De shockcirkel
Als je het menselijk lichaam gaat bekijken kom je erachter dat er processen af kunnen spelen waar we eigenlijk niet over na hoeven te denken. Denk aan je hartslag en de ademhaling. Hier sta je niet bij stil maar het gaat in de normale gang van zaken gewoon door. Ook bij shock heeft het lichaam een procedure om de schade te proberen te beperken en zolang mogelijk in leven te blijven. Een goede manier om te zien hoe het verloop van shock is is door de shockcirkel.
In de shockcirkel zie je van buiten naar binnen hoe het lichaam iedere keer probeert zoveel mogelijk bloed/zuurstof naar vitale organen te brengen die het meest van belang zijn voor overleving.
Als eerste zal het lichaam ervoor kiezen om bloed bij de huid en slijmvliezen te herverdelen. Door deze verminderde doorbloeding wordt de huid bleek. Ook zal de huid afkoelen. De zweetklieren gaan zweet afscheiden omdat het lichaam in een stress situatie komt.
Daarna de spieren en het onderhuids bindweefsel. De spijsverteringsorganen, de lever en milt. De nieren. Als laatste zullen het hart, de longen en de hersenen geen zuurstof meer krijgen. De laatste 3 zijn de vitale functies voor overleving.
Minimale werking organen voor overleving
Om te overleven moet er een minimum aan functie van de organen overblijven. Dit is:
- 15% van de lever.
- 25% van de nieren.
- 35%van de rode bloedlichaampjes.
- 45% van de longen.
- 70% van het plasmavolume.