Eerste hulp en reanimatie
Pagina herzien: zaterdag 17 maart 2018

Schokkende gebeurtenis en emoties

Mensen hebben van nature de gewoonte om te denken: een ongeval overkomt mij niet. Dit is een goede denkwijze. Stel dat je wel ieder gevaar of risico als levensbedreigend zou zien. Dan zou het leven onmogelijk zijn. Toch kan een ongeluk iedereen overkomen. In zo'n geval maakt een mens iets mee wat buiten de “normale” leefomstandigheden valt. Het vertrouwde en veilige gevoel valt even weg. De ernst en grote van die aantasting is natuurlijk afhankelijk van de gebeurtenis.

Als je bijvoorbeeld in je vinger snijdt met een mes zal je voorzichtiger worden met het mes op dat moment. Zodra het wondje genezen is denk je hier misschien al niet eens meer aan.

Maar wat als je een ernstig auto ongeluk meemaakt met ernstig letsel? Misschien heb je zelf geen letsel maar een ander. Dit kan ernstige psychische gevolgen hebben.

Wat te denken van grote rampen. Denk aan de vuurwerkramp in Enschede, New York de twin towers (WTC), Apeldoorn “aanslag” op het koningshuis of de aanslag in Luik. Bij het incident tijdens dodenherdenking op de Dam in 2010 was duidelijk te zien wat de psychische gevolgen zijn van angst.

3 fases ongeval

Bij het doormaken van schokkende gebeurtenissen voelen we allerlei emoties. Woede, angst, reddeloosheid. Het “hoe moet het nu verder” gevoel. Mensen gaan door verschillende fases tijdens het meemaken van een schokkende gebeurtenis. We kunnen 3 fases onderscheiden:

Fase 1. Tijdens het ongeval verliest een slachtoffer het vertrouwde, veilige gevoel (het gevoel dat zijn wereld instort). Emoties die daarbij kunnen horen zijn:

Fase 2. Naarmate het ongeluk op zijn eind loopt krijgt een slachtoffer een beeld van wat er nu eigenlijk is gebeurd. De gebeurtenis wordt nog duidelijker bij het zien en horen van wat er eigenlijk is gebeurd en wat de schade daarvan is. Emoties in deze fase kunnen zijn:

Fase 3. In de periode na het ongeval kunnen er nog veel klachten blijven. Angst voor herhaling, verdriet om het verlies van mensen of dieren, nachtmerries over de gebeurtenis. Uit cijfers blijkt dat ongeveer 25% van de mensen ernstige problemen overhouden aan een schokkende gebeurtenis. De andere 75% heeft wel last van de gebeurtenis maar kan door steun en voorlichting over het gebeurde en de psychische reacties die daaruit voortkomen de gebeurtenis sneller verwerken en een plek geven.

Eerste hulp, schokkende gebeurtenissen en emoties

De fases waar je als eerstehulpverlener (EHBO'er) mee te maken kan krijgen zijn fase 1 tijdens het ongeval en fase 2 direct na het ongeval. Laten we beginnen met fase 1.

Fase 1. In fase 1 kun je te maken hebben met zowel slachtoffers als omstanders. Het ongeluk is gaande of net gebeurd.

Let op je eigen veiligheid en daarna op die van omstanders en slachtoffer(s). Als eerstehulpverlener (EHBO'er) zal je jezelf het meest ontfermen over de slachtoffers. Blijf altijd eerlijk tegen een slachtoffer. Heeft het slachtoffer vragen dan beantwoord je die zonder dat je beloftes doet die je niet waar kan maken. Dit vereist soms nogal wat gevatte antwoorden.

Een veelgestelde vraag op zo'n moment kan zijn: "Het komt toch wel goed?" "Ik kan toch nog wel ... hierna?" Hoe ga je hier op antwoorden? Eerlijk, zonder beloftes te doen die je niet waar kan maken. Slachtoffer:“Het komt toch wel goed?” Hulpverlener:“Meneer (of mevrouw), we gaan er alles aan doen om u te helpen.”

Mochten vragen zich herhalen, geef dan hetzelfde antwoord. Doe je dit niet dan kan het zijn dat of je geloofwaardigheid wordt aangetast of dat je toch verleid wordt tot uitspraken waar je achteraf spijt van krijgt. Dit geldt ook voor gesprekken met direct betrokkenen en omstanders. Doe geen beloftes die niet waargemaakt kunnen worden.

Ook heb je de plicht om de privacy van een slachtoffer te respecteren. Doe tegenover omstanders geen uitspraken over het slachtoffer en zijn toestand. Zij hebben hier geen baat bij en zoeken meestal alleen sensatie. Mochten zij er wel baat bij hebben dan kan hier altijd in een later stadium op teruggekomen worden door professionele hulpdiensten.

Fase 2. In fase 2 wordt duidelijk wat er nu eigenlijk gebeurd is. Er rijzen weer vragen. Er ontstaat woede doordat de situatie kon ontstaan of door de rede waardoor het ontstaan is. Hierin kun je alleen maar luisteren en begrip tonen. Doe niet alsof je weet wat iemand voelt. Je kan niet weten hoe de persoon tegenover je zich voelt.

Accepteer dat de persoon (of personen) boos zijn of agressie tonen maar hou daarbij je eigen grens in de gaten. Als de agressie of woede over je persoonlijke grens gaat, laat dit dan eerst merken door dit te zeggen. Als de situatie niet verbetert, leg dan uit dat je zo niet verder kan praten en neem afstand van deze persoon. Ga ook niet mee in het zoeken naar een schuldige. Dit is aan de hulpdiensten (politie).

Daarnaast is het belangrijk om te vertellen hoe de zaken ervoor staan. Hou geen informatie achter en probeer het ook niet mooier te verpakken dan het is. Dit kan alleen maar voor meer boosheid en agressie zorgen. Wees open en eerlijk en zeg het ook als je iets niet weet. Laat geen uitspraken uitlokken. In je rol als eerstehulpverlener (EHBO'er) (zeker in herkenbare kleding) ben je makkelijk aan te wijzen.

Bron: syllabus, Opvang en Verzorging, het Nederlandse Rode Kruis

Slachtoffer hulp

Slachtofferhulp helpt slachtoffers na een misdrijf, verkeersongeluk of ramp. De 1500 vrijwilligers bieden praktische en juridische adviezen en emotionele steun. 300 beroepskrachten zorgen voor professionele ondersteuning. In de media en politiek treedt Slachtofferhulp Nederland op als belangenbehartiger. Meer weten? Slachtofferhulp nederland.